Over een jasje en ‘hoe het hoort’!

Ophef over jasje in het nieuws
Kleding en uiterlijk laten zich makkelijk be(ver)oordelen. Je moet er goed uit zien! Je ziet er niet uit! Je hoort dit of dat te dragen! Mensen met ‘mooie’ kleren worden vaker op een voetstuk geplaatst….

Een poosje geleden kwam in het nieuws dat een Kamerlid door de Kamervoorzitter werd gevraagd naar zijn jasje. De man droeg een T-shirt en had tatoeages op zijn armen. Belangrijk nieuws…, net zoals de gebloemde schoenen van minister de Jonge.

In een radio-interview daarop volgend tilde oud kamer voorzitter Weisglas zwaar aan etiquette, terwijl het Jeltje van Nieuwenhoven niet zo kon boeien: ‘Als het werk maar goed gedaan wordt’, was haar argument. En zo heeft ieder mens een eigen mening.

Dus… wat is dan wijsheid?
Je uiterlijk is een belangrijk stuk non-verbale communicatie. Zonder woorden geef je met je totale uitstraling, de keuze van je kleding, je houding, je kapsel, je verzorging, je intentie etc., méér informatie over jezelf af, dan je misschien in woorden zou doen als je de keuze had. Vaak wordt dit gegeven als onzinnig terzijde geschoven, maar uiterlijke communicatie is vele malen sterker dan gesproken woorden.

In dit zwijgzame uiterlijke gesprek geef je, nog voordat je een woord gesproken hebt, aan anderen ter interpretatie wat voor mens je bent. Je laat je eigenschappen zien in je houding en je handelen en je laat ook zien welk respect je voelt voor de situatie waarin je je begeeft.

De omgeving, de situatie waarin je je bevindt, spreekt een belangrijk woordje mee. De hiervoor genoemde parlementariër zal niet in elke omgeving naar z’n jasje gevraagd worden. In de Kamer wel.

Een jasje is zeker géén waarborg voor respect en weldenkendheid, maar door de specifieke uitstraling krijg je wel sneller het voordeel van de twijfel.

Een T-shirt en tatoeages doen je in eerste instantie niet denken aan een politicus. In een omgeving als die van de Tweede kamer wekt dit dus gauw verwarring op, het leidt af van het onderwerp en het duurt daardoor langer voordat de inhoud van je boodschap serieus genomen wordt.
Mogelijk had de man fantastische argumenten en is hij een geboren parlementariër, maar zolang hij zijn sporen nog niet heeft verdiend maakt hij het zichzelf moeilijk door een beeld op te roepen dat zo zeer afwijkt van wat gebruikelijk is.                                                          ‘Ze moeten me maar nemen zoals ik ben’ heeft consequenties.

Je moet kunnen zijn wie je bent, maar….
Uiteindelijk zou het wel zo moeten kunnen, net zoals Jeltje het voorstelde. Maar dan moet je reputatie je daar wel in voorgegaan zijn. Iemand die zijn sporen heeft verdiend, kan zich uiterlijk heel veel permitteren. Bij zo iemand is een afwijkende uiterlijk vaak juist een krachtig statement, een versterking van de intentie. Ik denk dan aan een man als Ghandi, de Dalai Lama, Fidel Castro of Poetin met ontbloot bovenlijf te paard. Hun uiterlijke boodschap vertelt hoe zij in hun leiderschap staan en hun handelen is daaraan 100% congruent. Wat hun boodschap ook is, je neemt ze serieus, hoe ze zich ook presenteren!

Moet het dus per se ‘jasje, dasje’ zijn? Nee, dat hoeft zeker niet. Net zoals vrouwen in de kamer ook niet altijd jasjes dragen, zo kunnen mannen ook zeker hun eigenheid in hun uiterlijk laten zien.

Uiting geven aan je persoonlijke stijl
Of onze stijl wordt geaccepteerd, of we het juiste effect sorteren, dat hangt af van de geloofwaardigheid van het hele plaatje. De vraag is, roepen we vraagtekens op….

Zo is Rutte bijna uniform in het zwarte, grijze of blauwe pak met dito das en licht overhemd, altijd alles keurig aangesloten. Altijd keurig en correct, ontdaan van elk persoonlijk element. In zijn vrije tijd is de spijkerbroek met wit shirt al even beheerst en standaard.
Baudet is in zijn uiterlijk zowel als in zijn geaardheid klassiek en correct, maar juist dat  versterkt zozeer zijn scherpe uitspraken.
Wilders blondeert zijn haar. Een beeld dat vragen oproept, omdat het in zijn persoonlijkheid niet logisch lijkt. Welk verhaal hij daarmee prijsgeeft laat zich raden, misschien is het een uiting van zijn recalcitrante aard, maar verwarrend is het zeker. Sommige mensen nemen hem daardoor minder serieus en daarbij is het opvallend, dat hij juist kiest voor wisselende knalkleuren in zijn stropdassen.
Maxima kan een postzak dragen, omdat haar reputatie dat aan kan. Bij de keurige Engelse Kate zou dat vraagtekens oproepen.

Er zijn dus geen regels (normen)
Je voelt dat iets niet klopt, maar je kunt dan nog niet precies omschrijven wat dat is en dan grijpen je graag naar de veiligheid van normen. Maar normen zijn star en conservatief.
Als boodschap, persoonlijkheid, uiterlijk en gelegenheid in balans zijn, zoals b.v. bij Ghandi, dan klopt het hele plaatje en dan zijn we bereid ‘de norm’ los te laten. Ook als Ghandi zo bij ons in de kamer het woord zou komen doen.
Zodra één van deze 4 elementen niet klopt, dan brengt dat ons in verwarring, het voelt als onbetrouwbaar en het leidt ons af van waar we het over wilden hebben.

Een natuurlijk respect zit hem niet in kleding alleen
Een natuurlijk respect heb je in je en dat breng je naar buiten in je handelen. In de presentatie van je uiterlijk kun je afhankelijk van de situatie met kleding of houding je boodschap beïnvloeden. Als alles in balans is, dan voel je je zeker van je zaak, dan hoef je niets te bewijzen, dan hoef je niet te provoceren. Misschien ontpopt de betreffende parlementarier zich als een geboren politicus, maar op deze manier zal hij beslist meer tijd nodig hebben om zijn kwaliteiten op deze plek te bewijzen.

Je hebt dus altijd een keuze en ja, we moeten iedereen nemen zoals die is, maar dat wil niet altijd zeggen dat je op de juiste manier begrepen wordt.

De vragen die ik in mijn werk vaak gesteld krijg:
—  Ik krijg vaak vreemde reacties, het lijkt wel of mensen me niet serieus nemen
—  Ik ben zo serieus, maar als ik luchtiger probeer te doen voel ik me zo goedkoop
—  Ik ben voorzitter geworden, maar ik voel me zo bekeken als ik voor een groep sta.
—  Ik heb sinds kort een eigen onderneming, ik ben goed in wat ik doe, maar als ik in de spiegel kijk voel ik me zo onvolwassen..

Als je voelt dat je uiterlijke presentatie beter kan, zowel in expressie als in kleding, dan kijk ik graag met je mee in de spiegel. Je zult zien hoeveel je verder komt als je begrijpt hoe jouw specifieke innerlijke kracht er uiterlijk uit kan zien.